Kavels te koop in nieuwbouwproject Tuindersweijde deel 2 fase 1 Obdam
In het nieuwbouwplan Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1 biedt de gemeente 11 vrije kavels te koop aan. Op deze pagina vindt u meer informatie over deze kavels.
Informatie over de verkoop vrije kavels deel 2 fase 1
Vrijdag 31 oktober 2025 om 12:00 uur start de online verkoop van de 11 vrije kavels in plan Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1. Vanaf dit moment kunt u zich online inschrijven om mee te doen met de loting.
Inschrijving en loting
Om in aanmerking te komen voor een kavel schrijft u zich online in voor de loting. Dat kan vanaf 31 oktober 12:00 uur. De inschrijfperiode sluit op maandag 24 november 2025 om 12:00 uur. Na de inschrijfperiode ontvangen alle ingeschreven kandidaten bericht over de loting die op donderdag 27 november 2025 plaatsvindt.
Naar verwachting vindt de loting plaats op het gemeentehuis, in het bijzijn van de inschrijvers. Bij een grote hoeveelheid inschrijvingen, is het nodig om de loting via een notaris te doen. In dat geval is het niet mogelijk om de loting bij te wonen. Alle ingeschreven kandidaten ontvangen na de sluitingsdatum van inschrijving bericht over de definitieve lotingsprocedure.
Informatie over de lotingsvoorwaarden en het inschrijfformulier voor de loting vindt u vanaf 31 oktober 12:00 uur op onze website.
Kavel A: kavelpaspoort, € 296.000 inclusief 21% btw

Regels kavelpaspoort A
Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.
Hoofdgebouw
- Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het
bouwvlak; - De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
- De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
- De maximale goothoogte is 8,0 m;
- De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
- Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
- De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
- De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
- Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
- Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
- De woning oriënteert zich op de ontsluitingsstructuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied. Ook aan de oostelijke watergangzijde heeft de woning een representatieve gevel;
- Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
- Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
- Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
- Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
- Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
- Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
- Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.
Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)
- Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het hoofdgebouw worden gerealiseerd;
- Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
maximaal 80 m² . - De goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
- De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
- Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.
Regels erfafscheiding
- Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
- Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m. Deze haag wordt minimaal 2,0 m ten opzichte van de voorgevel de hoek omgezet;
- Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
- Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.
Regels tuinen aan het water
- De woning grenst met de achterzijde aan een van de drie hoofdwatergangen (oost-west) van het plangebied. Een goede uitwerking van de oever is hier extra van
belang omdat deze oevers beeldbepalend zijn. De uitwerking van de oever is hier onderdeel van het architectonisch ontwerp van de woning. Er kan daarbij sprake zijn van een vlonder of terras aan het water die wordt opgeleverd met de woning; - Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
- De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
- De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
- Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte; - De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
- Steigers zijn niet toegestaan.
Parkeren
- Parkeren vindt op eigen terrein plaats. Minimaal twee opstelplekken naast elkaar op eigen terrein;
- Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.
Kavel B: kavelpaspoort, € 270.500 inclusief 21% btw

Regels kavelpaspoort B
Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.
Hoofdgebouw
- Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
- De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
- De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
- De maximale goothoogte is 8,0 m;
- De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
- Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
- De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
- De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
- Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
- Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
- De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied;
- Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
- Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
- Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
- Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
- Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
- Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
- Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.
Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)
- Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het
hoofdgebouw worden gerealiseerd; - Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
maximaal 80 m² . - De goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
- De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
- Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.
Regels erfafscheiding
- Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
- Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m.
- Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
- Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.
Regels tuinen aan het water
- De woning grenst met de achterzijde aan een van de drie hoofdwatergangen (oost-west) van het plangebied. Een goede uitwerking van de oever is hier extra van belang omdat deze oevers beeldbepalend zijn. De uitwerking van de oever is hier onderdeel van het architectonisch ontwerp van de woning. Er kan daarbij sprake zijn van een vlonder of terras aan het water die wordt opgeleverd met de woning;
- Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
- De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
- De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
- Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte; - De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
- Steigers zijn niet toegestaan.
Parkeren
- Parkeren vindt op eigen terrein plaats. Minimaal twee opstelplekken naast elkaar op eigen terrein;
- Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.
Kavel C: kavelpaspoort, € 285.000 inclusief 21% btw

Regels kavelpaspoort C
Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.
Hoofdgebouw
- Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
- De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
- De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
- De maximale goothoogte is 8,0 m;
- De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
- Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
- De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
- De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
- Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
- Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
- De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied;
- Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
- Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
- Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
- Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
- Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
- Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
- Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.
Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)
- Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het hoofdgebouw worden gerealiseerd;
- Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
maximaal 80 m² . - De goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
- De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
- Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.
Regels erfafscheiding
- Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
- Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m.
- Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
- Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.
Regels tuinen aan het water
- De woning grenst met de achterzijde aan een van de drie hoofdwatergangen (oost-west) van het plangebied. Een goede uitwerking van de oever is hier extra van belang omdat deze oevers beeldbepalend zijn. De uitwerking van de oever is hier onderdeel van het architectonisch ontwerp van de woning. Er kan daarbij sprake zijn van een vlonder of terras aan het water die wordt opgeleverd met de woning;
- Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
- De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
- De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
- Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte;
- De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
- Steigers zijn niet toegestaan.
Parkeren
- Parkeren vindt op eigen terrein plaats. Minimaal twee opstelplekken naast elkaar op eigen terrein;
- Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.
Kavel D: kavelpaspoort, € 270.500 inclusief 21% btw

Regels kavelpaspoort D
Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.
Hoofdgebouw
- Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
- De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
- De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
- De maximale goothoogte is 8,0 m;
- De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
- Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
- De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
- De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
- Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
- Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
- De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied;
- Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
- Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
- Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
- Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
- Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
- Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
- Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.
Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)
- Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het hoofdgebouw worden gerealiseerd;
- Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
maximaal 80 m² . - De goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
- De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
- Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.
Regels erfafscheiding
- Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
- Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m.
- Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
- Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.
Regels tuinen aan het water
- De woning grenst met de achterzijde aan een van de drie hoofdwatergangen (oost-west) van het plangebied. Een goede uitwerking van de oever is hier extra van
belang omdat deze oevers beeldbepalend zijn. De uitwerking van de oever is hier onderdeel van het architectonisch ontwerp van de woning. Er kan daarbij sprake zijn van een vlonder of terras aan het water die wordt opgeleverd met de woning; - Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
- De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
- De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
- Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte; - De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
- Steigers zijn niet toegestaan.
Parkeren
- Parkeren vindt op eigen terrein plaats. Minimaal twee opstelplekken naast elkaar op eigen terrein;
- Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.
Kavel E: kavelpaspoort, € 312.500 inclusief 21% btw

Regels kavelpaspoort E
Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.
Hoofdgebouw
- Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
- De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
- De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
- De maximale goothoogte is 8,0 m;
- De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
- Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
- De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
- De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
- Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
- Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
- De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied. Ook aan de westelijke watergangzijde heeft de woning een representatieve gevel;
- Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
- Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
- Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
- Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
- Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
- Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
- Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.
Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)
- Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het
hoofdgebouw worden gerealiseerd; - Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
maximaal 80 m² . - De goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
- De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
- Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.
Regels erfafscheiding
- Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
- Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m. Bij hoekwoningen wordt deze haag minimaal 2,0 m ten opzichte van de voorgevel de hoek omgezet;
- Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
- Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.
Regels tuinen aan het water
- De woning grenst zijwaarts en met de achterzijde aan een van de drie hoofdwatergangen (oost-west) van het plangebied. Een goede uitwerking van de oever is hier
extra van belang omdat deze oevers beeldbepalend zijn. De uitwerking van de oever is hier onderdeel van het architectonisch ontwerp van de woning. Er kan daarbij sprake zijn van een vlonder of terras aan het water die wordt opgeleverd met de woning; - Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
- De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
- De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
- Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte;
- De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
- Steigers zijn niet toegestaan.
Parkeren
- Parkeren vindt op eigen terrein plaats. Minimaal twee opstelplekken naast elkaar op eigen terrein;
- Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%;
Kavel F: kavelpaspoort, € 281.500 inclusief 21% btw

Regels kavelpaspoort F
Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.
Hoofdgebouw
- Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
- De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
- De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
- De maximale goothoogte is 8,0 m;
- De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
- Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
- De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
- De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
- Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
- Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
- De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied. Ook aan de noordzijde heeft de woning een representatieve gevel;
- Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
- Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
- Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
- Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
- Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
- Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
- Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.
Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)
- Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het hoofdgebouw worden gerealiseerd;
- Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
maximaal 80 m² . - De goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
- De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
- Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.en een maximale bouwhoogte van 1,0 m.
Regels erfafscheiding
- Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
- Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m. Deze haag wordt minimaal 2.0 m ten opzichte van de voorgevel de
hoek omgezet. - Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
- Daar waar zijtuinen grenzen aan het overige openbare gebied (niet zijnde het water) wordt voorzien in een solide groene erfafscheiding, zoals een heestervak of
haagbeplanting van 1,8 m hoog; - Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.
Regels tuinen aan het water
- Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
- De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
- Bij smalle hoekkavels aan het water kan een oplossing op maat nodig zijn, waar eventueel extra keerelementen onderdeel zijn van het ontwerp. Deze dienen solide vorm te krijgen en bijvoorbeeld te bestaan uit schanskorven of betonelementen;
- De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
- Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte; - De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
- Steigers zijn niet toegestaan.
Parkeren
- Parkeren vindt op eigen terrein plaats en biedt ruimte aan twee parkeerplaatsen;
- Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.
Kavel G: kavelpaspoort, € 281.500 inclusief 21% btw

Regels kavelpaspoort G
Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.
Hoofdgebouw
- Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
- De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
- De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
- De maximale goothoogte is 8,0 m;
- De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
- Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
- De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
- De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
- Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
- Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
- De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied.
- Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
- Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
- Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
- Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
- Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
- Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
- Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.
Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)
- Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het
hoofdgebouw worden gerealiseerd; - Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
maximaal 80 m² . - de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
- De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
- Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.
Regels erfafscheiding
- Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
- Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m.
- Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
- Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.
Regels tuinen aan het water
- Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
- De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
- Bij smalle hoekkavels aan het water kan een oplossing op maat nodig zijn, waar eventueel extra keerelementen onderdeel zijn van het ontwerp. Deze dienen solide vorm te krijgen en bijvoorbeeld te bestaan uit schanskorven of betonelementen;
- De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
- Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte; - De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
- Steigers zijn niet toegestaan.
Parkeren
- Parkeren vindt op eigen terrein plaats en biedt ruimte aan twee parkeerplaatsen;
- Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.
Kavel H: kavelpaspoort, € 281.500 inclusief 21% btw

Regels kavelpaspoort H
Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.
Hoofdgebouw
- Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
- De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
- De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
- De maximale goothoogte is 8,0 m;
- De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
- Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
- De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
- De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
- Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
- Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
- De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied.
- Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
- Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
- Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
- Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
- Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
- Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
- Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.
Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)
- Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het
hoofdgebouw worden gerealiseerd; - Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
maximaal 80 m² . - de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
- De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
- Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.
Regels erfafscheiding
- Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
- Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m.
- Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
- Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.
Regels tuinen aan het water
- Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
- De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
- Bij smalle hoekkavels aan het water kan een oplossing op maat nodig zijn, waar eventueel extra keerelementen onderdeel zijn van het ontwerp. Deze dienen solide vorm te krijgen en bijvoorbeeld te bestaan uit schanskorven of betonelementen;
- De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
- Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte; - De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
- Steigers zijn niet toegestaan.
Parkeren
- Parkeren vindt op eigen terrein plaats en biedt ruimte aan twee parkeerplaatsen;
- Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.
Kavel I: kavelpaspoort, € 281.500 inclusief 21% btw

Regels kavelpaspoort H
Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.
Hoofdgebouw
- Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
- De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
- De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
- De maximale goothoogte is 8,0 m;
- De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
- Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
- De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
- De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
- Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
- Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
- De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied.
- Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
- Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
- Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
- Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
- Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
- Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
- Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.
Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)
- Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het
hoofdgebouw worden gerealiseerd; - Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
maximaal 80 m² . - de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
- De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
- Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.
Regels erfafscheiding
- Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
- Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m.
- Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
- Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.
Regels tuinen aan het water
- Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
- De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
- Bij smalle hoekkavels aan het water kan een oplossing op maat nodig zijn, waar eventueel extra keerelementen onderdeel zijn van het ontwerp. Deze dienen solide vorm te krijgen en bijvoorbeeld te bestaan uit schanskorven of betonelementen;
- De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
- Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte; - De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
- Steigers zijn niet toegestaan.
Parkeren
- Parkeren vindt op eigen terrein plaats en biedt ruimte aan twee parkeerplaatsen;
- Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.
Kavel J: kavelpaspoort, € 281.500 inclusief 21% btw

Regels kavelpaspoort J
Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.
Hoofdgebouw
- Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
- De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
- De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
- De maximale goothoogte is 8,0 m;
- De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
- Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
- De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
- De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
- Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
- Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
- De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied.
- Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
- Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
- Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
- Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
- Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
- Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
- Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.
Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)
- Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het
hoofdgebouw worden gerealiseerd; - Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
maximaal 80 m² . - de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
- De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
- Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.
Regels erfafscheiding
- Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
- Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m.
- Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
- Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.
Regels tuinen aan het water
- Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
- De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
- Bij smalle hoekkavels aan het water kan een oplossing op maat nodig zijn, waar eventueel extra keerelementen onderdeel zijn van het ontwerp. Deze dienen solide vorm te krijgen en bijvoorbeeld te bestaan uit schanskorven of betonelementen;
- De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
- Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte; - De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
- Steigers zijn niet toegestaan.
Parkeren
- Parkeren vindt op eigen terrein plaats en biedt ruimte aan twee parkeerplaatsen;
- Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.
Kavel K: kavelpaspoort, € 281.500 inclusief 21% btw

Regels kavelpaspoort K
Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.
Hoofdgebouw
- Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
- De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
- De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
- De maximale goothoogte is 8,0 m;
- De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
- Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
- De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
- De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
- Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
- Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
- De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied.
- Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
- Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
- Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
- Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
- Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
- Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
- Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.
Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)
- Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het
hoofdgebouw worden gerealiseerd; - Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
maximaal 80 m² . - de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
- De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
- Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.
Regels erfafscheiding
- Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
- Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m. Deze haag wordt minimaal 2,0 m ten opzichte van de voorgevel de
hoek omgezet. - Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
- Daar waar zijtuinen grenzen aan het overige openbare gebied (niet zijnde het water) wordt voorzien in een solide groene erfafscheiding, zoals een heestervak of haagbeplanting van 1,8 m hoog;
- Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.
Regels tuinen aan het water
- Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
- De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
- Bij smalle hoekkavels aan het water kan een oplossing op maat nodig zijn, waar eventueel extra keerelementen onderdeel zijn van het ontwerp. Deze dienen solide vorm te krijgen en bijvoorbeeld te bestaan uit schanskorven of betonelementen;
- De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
- Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte; - De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
- Steigers zijn niet toegestaan.
Parkeren
- Parkeren vindt op eigen terrein plaats en biedt ruimte aan twee parkeerplaatsen;
- Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.
Meer informatie of vragen?
Op de projectpagina over Tuindersweijde vindt u meer achtergrond informatie.
Hebt u nog vragen? Dan kunt u contact opnemen met Rosa van Opbergen, team Projectmanagement via (0229) 548400 of projectmanagement@koggenland.nl.