Kavels te koop in nieuwbouwproject Tuindersweijde deel 2 fase 1 Obdam

In het nieuwbouwplan Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1 biedt de gemeente 11 vrije kavels te koop aan. Op deze pagina vindt u meer informatie over deze kavels. 

Inschrijving

Vrijdag 31 oktober 2025 om 12:00 uur start de online verkoop van de 11 vrije kavels in plan Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1. Vanaf dit moment kunt u zich online inschrijven om mee te doen met de loting. De inschrijfperiode sluit op maandag 24 november 2025 om 12:00 uur. 

Ga naar het online inschrijfformulier 

Loting

Na de inschrijfperiode ontvangen alle ingeschreven kandidaten bericht over de loting die op donderdag 27 november 2025 plaatsvindt. 

Naar verwachting vindt de loting plaats op het gemeentehuis, in het bijzijn van de inschrijvers. Bij een grote hoeveelheid inschrijvingen, is het nodig om de loting via een notaris te doen. In dat geval is het niet mogelijk om de loting bij te wonen. Alle ingeschreven kandidaten ontvangen na de sluitingsdatum van inschrijving bericht over de definitieve lotingsprocedure. 

 

Overzicht vrije kavels Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1
Overzicht vrije kavels Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1

Klik op het plaatje om naar de interactieve kaart te gaan. 

Kavel A: kavelpaspoort, oppervlakte 528 m2, € 296.000 inclusief 21% btw

Kavelpaspoort A Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1
Kavelpaspoort A Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1

Klik op de afbeelding voor het volledige kavelpaspoort.

Regels kavelpaspoort A

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.

Hoofdgebouw

  • Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het
    bouwvlak;
  • De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
  • De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
  • De maximale goothoogte is 8,0 m;
  • De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
  • Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
  • De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
  • De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
  • Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
  • Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • De woning oriënteert zich op de ontsluitingsstructuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied. Ook aan de oostelijke watergangzijde heeft de woning een representatieve gevel;
  • Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
  • Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
  • Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
  • Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
  • Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
  • Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
  • Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.

Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)

  • Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het hoofdgebouw worden gerealiseerd;
  • Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
    maximaal 80 m² .
  • De goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
  • De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
  • Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.

Regels erfafscheiding

  • Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
  • Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m. Deze haag wordt minimaal 2,0 m ten opzichte van de voorgevel de hoek omgezet;
  • Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
  • Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.

Regels tuinen aan het water

  • De woning grenst met de achterzijde aan een van de drie hoofdwatergangen (oost-west) van het plangebied. Een goede uitwerking van de oever is hier extra van
    belang omdat deze oevers beeldbepalend zijn. De uitwerking van de oever is hier onderdeel van het architectonisch ontwerp van de woning. Er kan daarbij sprake zijn van een vlonder of terras aan het water die wordt opgeleverd met de woning;
  • Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
  • De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
  • De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
  • Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
    waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte;
  • De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
  • Steigers zijn niet toegestaan.

Parkeren

  • Parkeren vindt op eigen terrein plaats. Minimaal twee opstelplekken naast elkaar op eigen terrein;
  • Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.

Kavel B: kavelpaspoort, oppervlakte 432 m2, € 270.500 inclusief 21% btw

Kavelpaspoort B Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1
Kavelpaspoort B Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1

Klik op de afbeelding voor het volledige kavelpaspoort.

Regels kavelpaspoort B

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.

Hoofdgebouw

  • Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
  • De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
  • De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
  • De maximale goothoogte is 8,0 m;
  • De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
  • Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
  • De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
  • De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
  • Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
  • Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied;
  • Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
  • Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
  • Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
  • Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
  • Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
  • Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
  • Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.

Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)

  • Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het
    hoofdgebouw worden gerealiseerd;
  • Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
    maximaal 80 m² .
  • De goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
  • De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
  • Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.

Regels erfafscheiding

  • Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
  • Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m.
  • Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
  • Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.

Regels tuinen aan het water

  • De woning grenst met de achterzijde aan een van de drie hoofdwatergangen (oost-west) van het plangebied. Een goede uitwerking van de oever is hier extra van belang omdat deze oevers beeldbepalend zijn. De uitwerking van de oever is hier onderdeel van het architectonisch ontwerp van de woning. Er kan daarbij sprake zijn van een vlonder of terras aan het water die wordt opgeleverd met de woning;
  • Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
  • De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
  • De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
  • Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
    waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte;
  • De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
  • Steigers zijn niet toegestaan.

Parkeren

  • Parkeren vindt op eigen terrein plaats. Minimaal twee opstelplekken naast elkaar op eigen terrein;
  • Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.

Kavel C: kavelpaspoort, oppervlakte 480 m2, € 285.000 inclusief 21% btw

Kavelpaspoort C Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1
Kavelpaspoort C Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1

Klik op de afbeelding voor het volledige kavelpaspoort.

Regels kavelpaspoort C

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.

Hoofdgebouw

  • Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
  • De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
  • De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
  • De maximale goothoogte is 8,0 m;
  • De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
  • Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
  • De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
  • De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
  • Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
  • Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied;
  • Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
  • Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
  • Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
  • Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
  • Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
  • Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
  • Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan. 

Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)

  • Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het hoofdgebouw worden gerealiseerd;
  • Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
    maximaal 80 m² .
  • De goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
  • De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
  • Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.

Regels erfafscheiding

  • Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
  • Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m.
  • Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
  • Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.

Regels tuinen aan het water

  • De woning grenst met de achterzijde aan een van de drie hoofdwatergangen (oost-west) van het plangebied. Een goede uitwerking van de oever is hier extra van belang omdat deze oevers beeldbepalend zijn. De uitwerking van de oever is hier onderdeel van het architectonisch ontwerp van de woning. Er kan daarbij sprake zijn van een vlonder of terras aan het water die wordt opgeleverd met de woning;
  • Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
  • De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
  • De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
  • Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte;
  • De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
  • Steigers zijn niet toegestaan.

Parkeren

  • Parkeren vindt op eigen terrein plaats. Minimaal twee opstelplekken naast elkaar op eigen terrein;
  • Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.

Kavel D: kavelpaspoort, oppervlakte 432 m2, € 270.500 inclusief 21% btw

Kavelpaspoort D Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1
Kavelpaspoort D Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1

Klik op de afbeelding voor het volledige kavelpaspoort.

Regels kavelpaspoort D

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.

Hoofdgebouw

  • Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
  • De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
  • De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
  • De maximale goothoogte is 8,0 m;
  • De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
  • Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
  • De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
  • De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
  • Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
  • Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied;
  • Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
  • Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
  • Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
  • Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
  • Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
  • Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
  • Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.

Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)

  • Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het hoofdgebouw worden gerealiseerd;
  • Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
    maximaal 80 m² .
  • De goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
  • De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
  • Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.

Regels erfafscheiding

  • Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
  • Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m.
  • Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
  • Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.

Regels tuinen aan het water

  • De woning grenst met de achterzijde aan een van de drie hoofdwatergangen (oost-west) van het plangebied. Een goede uitwerking van de oever is hier extra van
    belang omdat deze oevers beeldbepalend zijn. De uitwerking van de oever is hier onderdeel van het architectonisch ontwerp van de woning. Er kan daarbij sprake zijn van een vlonder of terras aan het water die wordt opgeleverd met de woning;
  • Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
  • De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
  • De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
  • Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
    waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte;
  • De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
  • Steigers zijn niet toegestaan.

Parkeren

  • Parkeren vindt op eigen terrein plaats. Minimaal twee opstelplekken naast elkaar op eigen terrein;
  • Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.

Kavel E: kavelpaspoort, oppervlakte 522 m2, € 312.500 inclusief 21% btw

Kavelpaspoort E Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1
Kavelpaspoort E Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1

Klik op de afbeelding voor het volledige kavelpaspoort.

Regels kavelpaspoort E

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.

Hoofdgebouw

  • Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
  • De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
  • De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
  • De maximale goothoogte is 8,0 m;
  • De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
  • Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
  • De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
  • De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
  • Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
  • Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied. Ook aan de westelijke watergangzijde heeft de woning een representatieve gevel;
  • Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
  • Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
  • Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
  • Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
  • Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
  • Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
  • Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.

Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)

  • Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het
    hoofdgebouw worden gerealiseerd;
  • Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
    maximaal 80 m² .
  • De goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
  • De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
  • Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.

Regels erfafscheiding

  • Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
  • Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m. Bij hoekwoningen wordt deze haag minimaal 2,0 m ten opzichte van de voorgevel de hoek omgezet;
  • Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
  • Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.

Regels tuinen aan het water

  • De woning grenst zijwaarts en met de achterzijde aan een van de drie hoofdwatergangen (oost-west) van het plangebied. Een goede uitwerking van de oever is hier
    extra van belang omdat deze oevers beeldbepalend zijn. De uitwerking van de oever is hier onderdeel van het architectonisch ontwerp van de woning. Er kan daarbij sprake zijn van een vlonder of terras aan het water die wordt opgeleverd met de woning;
  • Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
  • De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
  • De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
  • Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte;
  • De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
  • Steigers zijn niet toegestaan.

Parkeren

  • Parkeren vindt op eigen terrein plaats. Minimaal twee opstelplekken naast elkaar op eigen terrein;
  • Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%;

Kavel F: kavelpaspoort, oppervlakte 468 m2, € 281.500 inclusief 21% btw

Kavelpaspoort F Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1
Kavelpaspoort F Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1

Klik op de afbeelding voor het volledige kavelpaspoort.

Regels kavelpaspoort F

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.

Hoofdgebouw

  • Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
  • De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
  • De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
  • De maximale goothoogte is 8,0 m;
  • De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
  • Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap, of met een plat dak;
  • De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
  • De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
  • Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
  • Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied. Ook aan de noordzijde heeft de woning een representatieve gevel;
  • Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
  • Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
  • Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
  • Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
  • Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
  • Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
  • Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.

Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)

  • Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het hoofdgebouw worden gerealiseerd;
  • Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
    maximaal 80 m² .
  • De goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
  • De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
  • Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.en een maximale bouwhoogte van 1,0 m.

Regels erfafscheiding

  • Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
  • Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m. Deze haag wordt minimaal 2.0 m ten opzichte van de voorgevel de
    hoek omgezet.
  • Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
  • Daar waar zijtuinen grenzen aan het overige openbare gebied (niet zijnde het water) wordt voorzien in een solide groene erfafscheiding, zoals een heestervak of
    haagbeplanting van 1,8 m hoog;
  • Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.

Regels tuinen aan het water

  • Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
  • De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
  • Bij smalle hoekkavels aan het water kan een oplossing op maat nodig zijn, waar eventueel extra keerelementen onderdeel zijn van het ontwerp. Deze dienen solide vorm te krijgen en bijvoorbeeld te bestaan uit schanskorven of betonelementen;
  • De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
  • Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
    waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte;
  • De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
  • Steigers zijn niet toegestaan.

Parkeren

  • Parkeren vindt op eigen terrein plaats en biedt ruimte aan twee parkeerplaatsen;
  • Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.

Kavel G: kavelpaspoort, oppervlakte 468 m2, € 281.500 inclusief 21% btw

Kavelpaspoort G Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1
Kavelpaspoort G Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1

Klik op de afbeelding voor het volledige kavelpaspoort.

Regels kavelpaspoort G

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.

Hoofdgebouw

  • Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
  • De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
  • De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
  • De maximale goothoogte is 8,0 m;
  • De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
  • Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap,  of met een plat dak;
  • De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
  • De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
  • Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
  • Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied.
  • Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
  • Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
  • Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
  • Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
  • Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
  • Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
  • Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.

Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)

  • Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het
    hoofdgebouw worden gerealiseerd;
  • Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
    maximaal 80 m² .
  • de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
  • De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
  • Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.

Regels erfafscheiding

  • Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
  • Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m.
  • Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
  • Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.

Regels tuinen aan het water

  • Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
  • De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
  • Bij smalle hoekkavels aan het water kan een oplossing op maat nodig zijn, waar eventueel extra keerelementen onderdeel zijn van het ontwerp. Deze dienen solide vorm te krijgen en bijvoorbeeld te bestaan uit schanskorven of betonelementen;
  • De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
  • Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
    waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte;
  • De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
  • Steigers zijn niet toegestaan.

Parkeren

  • Parkeren vindt op eigen terrein plaats en biedt ruimte aan twee parkeerplaatsen;
  • Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.

Kavel H: kavelpaspoort, oppervlakte 468 m2, € 281.500 inclusief 21% btw

Kavelpaspoort H Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1
Kavelpaspoort H Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1

Klik op de afbeelding voor het volledige kavelpaspoort.

Regels kavelpaspoort H

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.

Hoofdgebouw

  • Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
  • De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
  • De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
  • De maximale goothoogte is 8,0 m;
  • De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
  • Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap,  of met een plat dak;
  • De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
  • De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
  • Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
  • Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied.
  • Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
  • Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
  • Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
  • Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
  • Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
  • Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
  • Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.

Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)

  • Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het
    hoofdgebouw worden gerealiseerd;
  • Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
    maximaal 80 m² .
  • de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
  • De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
  • Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.

Regels erfafscheiding

  • Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
  • Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m.
  • Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
  • Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.

Regels tuinen aan het water

  • Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
  • De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
  • Bij smalle hoekkavels aan het water kan een oplossing op maat nodig zijn, waar eventueel extra keerelementen onderdeel zijn van het ontwerp. Deze dienen solide vorm te krijgen en bijvoorbeeld te bestaan uit schanskorven of betonelementen;
  • De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
  • Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
    waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte;
  • De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
  • Steigers zijn niet toegestaan.

Parkeren

  • Parkeren vindt op eigen terrein plaats en biedt ruimte aan twee parkeerplaatsen;
  • Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.

Kavel I: kavelpaspoort, oppervlakte 468 m2, € 281.500 inclusief 21% btw

Kavelpaspoort I Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1
Kavelpaspoort I Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1

Klik op de afbeelding voor het volledige kavelpaspoort.

Regels kavelpaspoort H

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.

Hoofdgebouw

  • Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
  • De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
  • De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
  • De maximale goothoogte is 8,0 m;
  • De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
  • Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap,  of met een plat dak;
  • De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
  • De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
  • Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
  • Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied.
  • Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
  • Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
  • Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
  • Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
  • Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
  • Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
  • Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.

Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)

  • Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het
    hoofdgebouw worden gerealiseerd;
  • Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
    maximaal 80 m² .
  • de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
  • De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
  • Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.

Regels erfafscheiding

  • Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
  • Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m.
  • Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
  • Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.

Regels tuinen aan het water

  • Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
  • De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
  • Bij smalle hoekkavels aan het water kan een oplossing op maat nodig zijn, waar eventueel extra keerelementen onderdeel zijn van het ontwerp. Deze dienen solide vorm te krijgen en bijvoorbeeld te bestaan uit schanskorven of betonelementen;
  • De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
  • Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
    waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte;
  • De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
  • Steigers zijn niet toegestaan.

Parkeren

  • Parkeren vindt op eigen terrein plaats en biedt ruimte aan twee parkeerplaatsen;
  • Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.

Kavel J: kavelpaspoort, oppervlakte 468 m2, € 281.500 inclusief 21% btw

Kavelpaspoort J Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1
Kavelpaspoort J Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1

Klik op de afbeelding voor het volledige kavelpaspoort.

Regels kavelpaspoort J

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.

Hoofdgebouw

  • Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
  • De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
  • De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
  • De maximale goothoogte is 8,0 m;
  • De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
  • Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap,  of met een plat dak;
  • De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
  • De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
  • Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
  • Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied.
  • Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
  • Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
  • Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
  • Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
  • Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
  • Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
  • Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.

Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)

  • Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het
    hoofdgebouw worden gerealiseerd;
  • Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
    maximaal 80 m² .
  • de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
  • De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
  • Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.

Regels erfafscheiding

  • Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
  • Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m.
  • Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
  • Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.

Regels tuinen aan het water

  • Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
  • De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
  • Bij smalle hoekkavels aan het water kan een oplossing op maat nodig zijn, waar eventueel extra keerelementen onderdeel zijn van het ontwerp. Deze dienen solide vorm te krijgen en bijvoorbeeld te bestaan uit schanskorven of betonelementen;
  • De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
  • Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
    waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte;
  • De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
  • Steigers zijn niet toegestaan.

Parkeren

  • Parkeren vindt op eigen terrein plaats en biedt ruimte aan twee parkeerplaatsen;
  • Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.

Kavel K: kavelpaspoort, oppervlakte 468 m2, € 281.500 inclusief 21% btw

Kavelpaspoort K Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1
Kavelpaspoort K Tuindersweijde Zuid deel 2 fase 1

Klik op de afbeelding voor het volledige kavelpaspoort.

Regels kavelpaspoort K

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.

Hoofdgebouw

  • Het hoofdgebouw wordt gerealiseerd binnen het bouwvlak;
  • De nokrichting van de kap is noord-zuid of oost-west;
  • De diepte van het hoofdgebouw is maximaal 15,0 m;
  • De maximale goothoogte is 8,0 m;
  • De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11,0 m;
  • Het hoofdgebouw moet worden uitgevoerd met een kap,  of met een plat dak;
  • De afstand van de voorgevelrooilijn tot de voorste perceelgrens is minimaal 3,0 m en maximaal 7,0 m;
  • De afstand van de niet aaneengebouwde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 1,0 m;
  • Bij een kapvorm heeft de dakhelling een hoek tussen de 15 - 60%;
  • Voor erkers geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 1,5 m is. De diepte is maximaal 1,50 m en de maximale breedte is 75% van de breedte van de gevel waartegen wordt gebouwd. De maximale hoogte is 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • De woning oriënteert zich op de ontsluitings-structuur. Raamopeningen bieden zicht op de openbare ruimte en sluiten wat positie betreft zorgvuldig aan op het openbaar gebied.
  • Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie;
  • Dakvlakken hebben ruime overstekken in kop- en langsgevels. Minimale maat voor het overstek is 0,5 m (inclusief goot);
  • Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd.
  • Gevels zijn uitgevoerd in baksteen, al dan niet in combinatie met andere duurzame materialen;
  • Het kleurenpalet voor de toegepaste bakstenen is overwegend lichtbruin- tot geel gemeleerd in combinatie met donkere kleuren zoals antraciet/zwart.
  • Houtwerk in warme, natuurlijke tinten en wit;
  • Kappen zijn uitgevoerd in donkergrijze/ antraciete keramische (of gelijkwaardige) dakpannen. Accenten met daken uitgevoerd in rode dakpannen zijn toegestaan.

Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)

  • Bijbehorende bouwwerken, zoals de garage, dienen ten minste 1,0 m achter (de verlengden van) de voorgevel te worden gebouwd, tenzij deze als onderdeel van het
    hoofdgebouw worden gerealiseerd;
  • Naast het hoofdgebouw mag ten hoogste 50% van het erf met bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. De totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is
    maximaal 80 m² .
  • de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De maximale bouwhoogte bedraagt 6,5 m;
  • De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,0 m, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,0 m;
  • Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap.

Regels erfafscheiding

  • Groene erfafscheiding, dus met beplanting;
  • Erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 1,0 m. Deze haag wordt minimaal 2,0 m ten opzichte van de voorgevel de
    hoek omgezet.
  • Toegepaste plantensoort is eenduidig voor de gehele fase;
  • Daar waar zijtuinen grenzen aan het overige openbare gebied (niet zijnde het water) wordt voorzien in een solide groene erfafscheiding, zoals een heestervak of haagbeplanting van 1,8 m hoog;
  • Erfafscheidingen gelegen achter de voorgevelrooilijn hebben een maximale hoogte van 2,0 m.

Regels tuinen aan het water

  • Tuinen maken groene overgangen (met beplanting) naar het water. Schuttingen langs het water zijn niet toegestaan;
  • De oever wordt gevormd door een flauw aflopende tuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water. De oeverzijde tuin heeft een lage beschoeiing van maximaal 0,3 m boven het waterpeil;
  • Bij smalle hoekkavels aan het water kan een oplossing op maat nodig zijn, waar eventueel extra keerelementen onderdeel zijn van het ontwerp. Deze dienen solide vorm te krijgen en bijvoorbeeld te bestaan uit schanskorven of betonelementen;
  • De beschoeiing is uitgevoerd in een duurzaam materiaal (bijvoorbeeld hergebruikt kunststof in antraciettint);
  • Een zorgvuldig ontworpen vlonder of terras mag aan het water worden gebouwd. De keerconstructie mag niet meer dan 0,3 m boven het waterpeil uitsteken vanaf
    waterpeil. Diepte is maximaal 4,0 m. De oever houdt een groen karakter doordat de vlonder niet breder mag zijn dan de helft van de kavelbreedte;
  • De afstand van de vlonder tot de kavelgrens van de aangrenzende woning is minimaal 1,0 m
  • Steigers zijn niet toegestaan.

Parkeren

  • Parkeren vindt op eigen terrein plaats en biedt ruimte aan twee parkeerplaatsen;
  • Verharding van het voorterrein wordt beperkt gehouden tot maximaal 50%.

Voorwaarden bij inschrijving: loting kavels

  • Gegadigden schrijven zich in via het hiervoor bedoelde online inschrijfformulier. Het inschrijfformulier moet volledig worden ingevuld. Wanneer de op het inschrijfformulier verstrekte gegevens onjuist of onvolledig blijken te zijn, vervalt het resultaat van de loting en zal verkoop niet doorgaan.
  • Van de deelnemers aan de loting wordt verwacht dat wanneer zij een kavel kiezen zij dit ook zullen kopen en kunnen betalen. De deelnemers moeten daarom vooraf onderzoeken wat zij financieel kunnen en/of willen uitgeven.
  • Als twee personen gezamenlijk een kavel willen kopen, moeten de gegevens van beide personen op één inschrijfformulier te worden vermeld. Als blijkt dat er twee inschrijfformulieren zijn ingevuld en beide personen hebben mee geloot, gaat de verkoop niet door.
  • Aan elkaar gehuwde personen of geregistreerde partners die, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, een kavel willen kopen, wordt tijdens de loting één lot verstrekt.
  • Ruiling tussen diegenen die hun keuze kenbaar hebben gemaakt, is niet mogelijk.
  • De algemene verkoopvoorwaarden onbebouwde onroerende zaken gemeente Koggenland 2021 zijn van toepassing op de verkoop van de kavels. Deze voorwaarden kunt u vinden op de site www.koggenland.nl.
  • Wanneer zich situaties voordoen, waar de bovengenoemde voorwaarden en het reglement loting en toewijzing woningen in plan Tuindersweijde-Zuid te Obdam, deel 2 fase 1, niet in voorzien, beslissen burgemeester en wethouders van gemeente Koggenland.
  • De originele ondertekende inschrijfformulieren voor de loting kunnen tot uiterlijk 24 november 2025 voor 12.00 uur te worden ingediend. 

Reglement loting en toewijzing kavels

De gemeente Koggenland organiseert een loting voor de kavels in plan Tuindersweijde-Zuid deel 2 fase 1. Voor deze loting moeten de inschrijfformulieren uiterlijk op maandag 24 november 2025 voor 12.00 uur online te worden ingediend.  De loting vindt plaats op donderdag 27 november 2025.      

  • Alle deelnemers aan de loting ontvangen een uitnodiging per mail. Deze uitnodiging moet op de avond van loting bij binnenkomst worden getoond. Voorafgaand aan de loting worden alle kandidaten gevraagd zich te legitimeren. Uitsluitend zij, die een uitnodiging hebben ontvangen voor de loting of door een uitgenodigde kandidaat daartoe zijn gemachtigd kunnen de avond bijwonen.
  • Kandidaten die voor de loting zijn uitgenodigd en niet aanwezig kunnen zijn, mogen een machtiging afgeven, waarin aan een persoon toestemming wordt gegeven om namens u een woning te kiezen. Deze machtiging moet bij binnenkomst samen met de uitnodiging worden afgegeven. In verband met de identiteit van zowel de machtiging gever als de gemachtigde, moet bij de machtiging van beide personen een legitimatiebewijs (of een kopie daarvan) worden overlegd. U kunt hiervoor bij het indienen van uw inschrijvingsformulier, een machtigingsformulier invullen.
  • De loting wordt bijgewoond door de wethouder Wonen of diens vervanger.
  • Wanneer kavels terugkomen, omdat een kandidaat afvalt, zal deze op volgorde van loting aan de gegadigden op de reservelijst worden aangeboden. Een gegadigde kan nooit meer in aanmerking komen voor een kavel die hij/zij in eerste instantie heeft kunnen kiezen.
  • Bij een overweldigend aantal inschrijvingen, waardoor bovenstaande lotingsprocedure praktisch niet uitvoerbaar is, heeft gemeente Koggenland het recht om te besluiten om de loting te laten doen door Appel Notarissen te Obdam. Hiermee komt bovengenoemde procedure te vervallen. Alle ingeschreven kandidaten ontvangen na 24 november 2025 bericht over de definitieve lotingsprocedure. 

Bent u verhinderd om naar de lotingsavond te komen?

  • Kandidaten die voor de loting zijn uitgenodigd en niet aanwezig kunnen zijn, mogen een machtiging afgeven, waarin aan een persoon toestemming wordt gegeven om namens u een woning te kiezen. Deze machtiging moet bij binnenkomst samen met de uitnodiging worden afgegeven. In verband met de identiteit van zowel de machtiging gever als de gemachtigde, moet bij de machtiging van beide personen een legitimatiebewijs (of een kopie daarvan) worden overlegd. U kunt hiervoor een machtigingsformulier invullen.

    Ga naar het online machtigingsformulier

    Let op! Ook al weet u nu al dat u verhinderd bent om naar de lotingsavond te komen: u moet wel een inschrijfformulier invullen.

Tijdschema verkoop kavels

Klik op het plaatje voor een uitvergroting

proces uitgelegd van verkoop kavels

Meer informatie of vragen?

Op de projectpagina over Tuindersweijde vindt u meer achtergrond informatie.

Hebt u nog vragen? Dan kunt u contact opnemen met Rosa van Opbergen, team Projectmanagement via (0229) 548400 of projectmanagement@koggenland.nl.